Hieronder zijn uitgangspunten opgenomen die zijn gehanteerd bij het opstellen van de ramingen in deze kadernota 2026-2029.
Uitgangspunt van het financiële beleid van onze gemeente is een structureel en reëel sluitende begroting. Dit betekent dat:
- structurele lasten worden gedekt door structurele baten;
- de begroting duidelijk inzicht geeft welke baten en lasten incidenteel van aard zijn;
- budgetten in de begroting zijn gebaseerd op het bestaande beleid;
- de meerjarenraming is gebaseerd op constante lonen en prijzen.
Structurele baten en lasten zijn in elk geval die baten en lasten die in beginsel jaarlijks in de begroting zijn opgenomen. Omdat de gemeente structurele taken uitvoert, zijn structurele baten en lasten de regel. Incidentele lasten zijn de uitzondering. De toezichthouder houdt bij het beoordelen van de incidentele baten en lasten de volgende volgorde aan:
- Aard van de raming (soort of eigenschap van een begrotingspost)
- Einddatum (duidelijk en onvoorwaardelijk)
- De materiële beïnvloeding (voldoende omvang)
Hulpmiddel voor het invullen van het begrip incidenteel is: baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De aard van de raming (soort of eigenschap van een begrotingspost) gaat echter altijd boven het hulpmiddel.
De in het overzicht opgenomen incidentele lasten en baten betreffen middelen die naar de aard van de post een eenmalig karakter hebben en waarbij een duidelijke en onvoorwaardelijke einddatum vastligt. Voorbeelden van incidentele posten zijn:
- implementatiekosten;
- verkopen van bezit;
- alle mutaties van grondexploitatie.
Onderdeel | Grondslag | Toelichting |
|---|---|---|
Loonontwikkeling | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2025). |
Prijsontwikkeling | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2025). |
Huren en pachten | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB februari 2025). |
Subsidies | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2025). |
Belastingen | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2025). |
Leges en heffingen | 4,0 * | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2025). |
* Het percentage van 4,0% bestaat uit de raming van de prijs bruto binnenlands product (pbbp) van 2026 (2,7%), plus de doorwerking van de verhoging van het pbbp van 2025 (1,3%),
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Aantal inwoners | 45.640 | 46.060 | 46.350 | 46.550 |
Aantal woningen | 21.440 | 21.740 | 21.980 | 22.180 |
De prognoses zijn gebaseerd op interne cijfers. | ||||
Rentepercentage voor investeringen
In het taakveld Treasury onder programma 0. Bestuur en ondersteuning zijn alle rentelasten en de toegerekende rente opgenomen, het renteresultaat is hier zichtbaar. Nieuwe investeringen leggen beslag op de financieringsmiddelen. Naast afschrijvingslasten ramen wij structureel rentelasten.
Als rentepercentage voor nieuwe investeringen wordt het gemiddelde percentage van een half jaar voorafgaand aan het opstellen van de begroting genomen van een 20-jarige lineaire vaste geldlening bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten. De keuze voor 20 jaar is het gemiddelde van de meest voorkomende investeringen (bedrijfsgebouwen) 40 jaar en de minimale afschrijvingstermijn van 1 jaar.
De berekening van het percentage voor 2026 (t/m 9 april 2025) volgens deze methodiek komt afgerond uit op 3,41%.